Hoe is het nu met… Jelto en Jitty Fokkens
Sinds enkele jaren zijn Jelto en Jitty Fokkens in Tsjechië voor de Heer werkzaam. Het corona-virus zien ze duidelijk als een teken van de eindtijd: ’Het besef dat we in de eindtijd leven, maakt dat we nog meer passie hebben om de oogst binnen te halen’, verklaren ze.
Ze zitten niet elke avond om acht uur op de bank om alle corona- nieuws te zien en willen zich niet bang laten maken, of in angst en in stress leven. Ze sluiten zich niet af voor informatie, maar het beheerst hun leven niet. ‘Je moet je niet laten afleiden door wat er in de wereld gebeurt, maar je moet je meer op God focussen. Wat heeft Hij erover te zeggen. Hij is onze enige hoop, de Enige die te vertrouwen is. Op Hem moeten we onze hoop stellen, niet op de regeringen, hoe goed ze het ook bedoelen.
Het besef dat we wel in, maar niet van de wereld zijn, wordt nu echt concreet. Waakzaamheid is geboden, we moeten de mensen waarschuwen om de lamp brandende te houden. In deze tijd zoeken de mensen die angstig zijn een reddingsboei.’
Jelto en Jitty vangen een aantal jongeren op en vertellen hen van Jezus. Enkele van hen zijn al aangeraakt. Nu het virus heerst en de scholen dicht zijn, komen de jongeren niet en dat vinden ze naar. Het videobellen is oppervlakkig en door de maatregelen kunnen ze hun bediening, waar ze voor gekomen zijn, niet uitoefenen. Wel gaat Jelto soms met een vriend de straat op om te evangeliseren, maar het voeren van gesprekken gaat moeilijk door de mondkapjes.
De gemeente die ze bezoeken werkt veel met groepen. Zo hielden ze onlangs een bidstond met negen personen. De Tsjechen zelf nemen het niet zo nauw met de regels. Het gaan naar de buren en het helpen van mensen in nood wordt gestimuleerd. De laatste tijd signaleren ze meer mondkapjes op straat.
Zelf missen ze het gezellig uit eten gaan met vrienden en Jitty mist het uit volle borst zingen in de kerk. Toen ze eind 2020 in Nederland waren, bezochten ze de community waar ze bij ingedeeld zijn en dat werd als bijzonder fijn door hen ervaren. ’Ik vind het positief. Doordat je kleine groepen hebt, leer je meer mensen kennen’, aldus Jelto.
Hij wordt daar blij van, mensenmens als hij is. ‘Door het virus krijg je een vermindering van sociale contacten en dat is schadelijk. De spontaniteit verdwijnt. Je moet eigenlijk op een nieuwe manier met elkaar leren omgaan.’ Waar Jitty blij van wordt, is van het kaartje wat ze laatst kregen. ‘We krijgen weinig post en dan is zo’n kaartje zó leuk, dat doet goed.’
Hoewel het eigenlijk niet kon, zijn ze toch een paar keer naar Nederland gereisd met een tussenstop in Duitsland. ‘We hadden sterk het idee: God gaat voor ons uit’. Ze boekten een hotel en kwamen daar ’s avonds aan. Bij de receptie werd hun gevraagd naar de naam van de firma waarvoor ze werkten, omdat het hotel alleen overnachtingen boekt voor zakenmensen. Het hotel was coulant en gaf hun toch een kamer, ondanks het gevaar van ontdekking. ‘God zorgde ervoor, dat er geen controle kwam. ‘