Heel dichtbij
Wat ervaar ik in deze periode soms ogenschijnlijk tegenstrijdige gevoelens. Zittend in mijn achtertuin waar mijn kinderen spelen, de zon die op mijn gezicht schijnt, de bloesem die door de lucht waait (confetti noemt mijn zoontje het) en het kleine wereldje waar we tegenwoordig in zitten, de rust en tevredenheid die ik dan ervaar.
Maar op andere momenten voelt die wereld zo groot. Een nieuwsbericht over jonge mensen die overlijden aan Corona komt bij me binnen als een bom en de angst giert door mijn buik. Het doemscenario van mijn kinderen zonder moeder vliegt door mijn hoofd. De overleden bejaarde ouderen in Spanje die dood gevonden worden in hun verpleegtehuis raakt me diep. En de vermoeidheid van het hele dagen voor mijn kinderen zorgen, doet daar nog een schepje bovenop. Wat kan het in deze tijd zoeken zijn. Zoeken naar evenwicht. Aan de ene kant de angst en onze kwetsbaarheid die ons met onze neus op de feiten drukken. Het leven is niet maakbaar. We kunnen onze geliefden verliezen, onze gezondheid, onze baan. Of hebben dat al moeten meemaken. Angst is dan onvermijdelijk en ook heel logisch en natuurlijk. Totdat je door je angst overweldigd wordt en er niet meer goed door kan functioneren en je merkt dat je angst de macht over het stuur heeft overgenomen. En misschien merk je wel dat, hoe meer je probeert om je angst weg te krijgen, hoe groter en allesbepalender deze wordt.
Ik lees graag over de manier waarop mensen in het verleden omgingen met omstandigheden die op hun weg kwamen. Ik pak het dagboek van Etty Hillesum erbij. Een jonge, gelovige vrouw die leefde ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Een paar van haar citaten wijzen me de weg.
‘Trouw zijn, aan alles, wat men in een spontaan, een al te spontaan moment soms, begonnen is. Trouw zijn aan ieder gevoel, aan iedere gedachte, die begonnen is te kiemen. Trouw in de meest omvattende zin van het woord. Trouw aan zichzelf, aan God, trouw aan z’n eigen beste momenten. En waar men is helemaal zíjn, honderd-procentig zíjn. Mijn “doen” zal bestaan in er te “zijn”.’
‘Men hoeft zijn onrust en zijn treurigheid niet te verstoppen, men moet ze dragen en verdragen, maar men moet zich er niet zo geheel aan overgeven, alsof er niets anders op de wereld meer bestaat.’
‘God, ik dank je. Ik dank je dat je in me wonen wilt. Ik dank je voor alles.’
Er is gezond evenwicht mogelijk. Leer je emoties kennen en raak bevriend met alles wat er in je leeft. Deel het met anderen, met God en vind heelheid, troost en rust. Nabijheid.
Ik zoek God, in mijn angst. In mijn verdriet. En vind Hem, daar in die bejaardenflat in Spanje. En daar in mijn achtertuin. Beide zo dichtbij.
Marleen van der Horst