Vasthouden aan je geloof
“Je hoeft alleen maar liefde te geven”, zei God tegen me toen hij wilde dat ik naar Bangla Desh ging. En dat is ook het enige wat ik kan. Van mensen houden”, zegt Annie Snieder, de roodharige dame in de tuinstoel die elke zondag de kinderen die ze in de gemeente ontmoet voorziet van een snoepje en daar eindeloos van geniet.” Ze hebben alles en nóg komen ze voor een snoepje. Ik vind het heerlijk om even wat liefs tegen ze te zeggen, ze even te knuffelen”.
Vasthouden
Annie Snieder, 71 lentes jong en afkomstig uit Amsterdam. Ze had een moeilijke jeugd en heeft een turbulent leven achter de rug, vol moeiten. “Achteraf is dat goed geweest”, zegt ze, want ik heb leren volhouden. Ik was geen reële christen geweest als ik niet had vastgehouden. Je moet vasthouden aan het geloof. Door de jaren heen is dat steeds makkelijker geworden en is het geen kramp meer. Het is gewoon rustig met Hem praten. Er is niemand die zo goed zorgt als mijn lieve Vader”.
Moeilijkheden
Toen ze vijf jaar was zei ze al tegen God dat ze graag zendeling wilde worden in Afrika en ze dacht er meteen achteraan: “Ach nee, daar ben ik veel te stom voor”. Op dezelfde leeftijd verdween haar onschuld en haar vertrouwen in haar ouders. Ze leed onder het huwelijk van haar ouders en kreeg weinig tot geen liefde.
Haar eigen huwelijk verliep ook slecht. Ze kreeg een tweeling die op de dag van de geboorte stierf. Daarna kreeg ze nog twee dochters. De moeilijkheden stapelden zich op.
Te serieus
Toch zocht Annie de Heer. Elke dag riep ze het uit, maar ze kwam niet op de gedachte om de Bijbel te lezen. Ze ging naar de gereformeerde kerk en kwam met haar vragen bij de dominee. Die vertelde haar dat ze naar een psychiater moest, want ze nam het geloof veel te serieus. Andere mensen durfde ze niet te benaderen met haar vragen. Op een gegeven moment kwam ze, na het lezen van het boekje” De zeven tekenen van wedergeboorte”, van Wim Malgo, in één keer tot geloof. Ze was de koning te rijk.
Sektarisme
In een boekje over de Heilige Geest las ze over de doop in de Heilige Geest en over de volwassendoop. Ze vroeg de dominee van de gereformeerde kerk haar te dopen en mocht toen nooit meer in de kerk komen. Uiteindelijk belandde ze in een kleine evangelische gemeente, maar daar ging het helemaal mis met haar doordat er sprake was van sektarisme. Daardoor verdween de blijdschap die Annie in het geloof had ontvangen, met als gevolg dat ze tot vier keer toe in een inrichting werd geplaatst.
Cruciaal moment
In de inrichting voelde ze zich vrij, in een omgeving die voor haar veilig was. Ze werd uiteindelijk weggestuurd omdat ze niks met haar konden beginnen. Ze wist niet waar ze na haar ontslag naartoe moest en riep het uit naar de Heer: “O God, wat moet ik?”. Op dat moment kwam er een vrouw aan -“door satan gestuurd”- die sneerde: “Is dat nou de God waar je altijd zo opgetogen over bent?”
“Dit moment was cruciaal. Er vond een gigantische strijd plaats. Ik wist: als ik zeg: “Je hebt gelijk”, was ik de dag daarop dood geweest. Ik maakte de keuze voor God en schreeuwde: “En tóch zal Hij me niet laten zitten. En tóch zal Hij me erdoor heen helpen.” Dit moment was zo belangrijk. Ik had helemaal geen toekomst. Maar ik koos voor Hem en Hij heeft me er doorheen geholpen. Hij hielp me als een liefdevolle vriend en de volgende dag had ik een huis in Delfzijl”.
Gehoorzaamheid en herstel
Gehoorzaamheid aan God is een eerste vereiste. Annie ondervond dat meermalen. Toen ze uit de inrichting vertrok deed ze net als iedereen die werd ontslagen: ze stal lakens mee. Na daar vijf jaar op te hebben geslapen vroeg God haar: “Annie, waar slaap je op?” De lakens moesten terug en dus belde Annie de directeur van de inrichting op, waste de lakens en bracht ze terug. Ze had nog een stille hoop dat de directeur haar voor haar ‘eerlijkheid’ zou belonen door haar de lakens te schenken, maar dat gebeurde niet en dus had ze geen lakens meer. Diezelfde avond werd ze door iemand gebeld met de vraag of ze belang bij lakens had. “De les hierin is”, beklemtoont Annie: “God had niet door gekund met herstel als ik niet had gehoorzaamd”.
Zendeling in Afrika
In 1990 zei God tegen mij: “Je gaat naar Afrika”. Nu heb ik geen opleiding, ik spreek ook geen talen, dus ik zei: ’Wat kan ik er doen, Heer?’ “Als jij liefde geeft zal Ik verder alles voor je doen”, sprak de Heer. Ik zei: ’Goed Heer, als U me dat geeft is het ook het enige wat ik kan’. Ik heb er ook niks aan gedaan om er te komen, wist niet eens wat ik moest doen. Ik dacht: ‘Als Hij wil dat ik er kom zal Hij het zelf moeten regelen, ik zou niet weten wat ik regelen moet’. En dat deed God.
Hij bracht haar naar Bangla Desh en naar Burkina Faso waar ze twintig jaar in een achterbuurt voor veertien kinderen heeft gezorgd. Hij voorzag in alles wat er nodig was, Annie hoefde alleen maar liefde te geven. “Het is toch ongelooflijk dat ik in Afrika heb gezeten zonder opleiding of sponsoring? Alles paste precies in elkaar, het is gewoon te veel om het te vertellen”.
Omarm me
Sinds 2012 woont ze weer in Nederland. Ook daar voorzag de Heer in een woning voor haar, gemeubileerd en al. Binnenkort verhuist ze naar de Spica-flat. “Ben ik lekker vlakbij de gemeente, kan ik eens een vluchteling meenemen om een kopje soep bij me te komen eten”. Niet te lang, want dat houdt ze niet vol. Door het moeilijke leven dat ze heeft gehad is het lichaam moe en daarom geniet ze van de diensten vanuit haar tuinstoel. ” Ik voelde me gelijk thuis in de gemeente en kan in mijn stoel lekker uitrusten en kijken naar de mensen. En zien wie er even een bemoediging nodig heeft. Daar stap Ik dan op af om ze even te omarmen of iets liefs tegen ze te zeggen. Want God is zo goed, hij zorgt echt overal voor. Ik voel me zó bevoorrecht. Alle eer aan Hem”, juicht ze.
Gerry Buitenwerf